Vanaf 20 oktober 2022 worden geen nieuwe (nieuws)artikelen aan deze community toegevoegd. Lees hier meer.

Wil je op de hoogte worden gehouden van het laatste nieuws over diabetes type 1? Meld je dan nu aan voor de nieuwsbrief E-dialoog type 1 van het Diabetes Fonds.

 

Aanmelden nieuwsbrief Naar nieuwsbericht

Sporten en diabetes type 1 gaan steeds beter samen. Natuurlijk blijft het oppassen voor hypo’s. Maar gelukkig kunnen veel meer mensen met diabetes type 1 hun favoriete sport beoefenen dan vroeger. Nieuwe technologie kan sporten in de toekomst nog makkelijker maken.  

Ooit was het advies om helemaal niet te sporten als je diabetes type 1 had. Gelukkig is de behandeling nu zoveel beter, dat sporten voor heel veel mensen wel gewoon mogelijk is. 

Sporten met diabetes kan natuurlijk nog steeds een uitdaging zijn, zeker omdat je ook nog uren na het sporten een hypo kunt krijgen. Wanneer kun je je behandeling beter aanpassen om geen onverwachte schommelingen in je bloedsuikers te krijgen? Daarvoor is het handig om te weten wat inspanning met je lichaam doet als je diabetes hebt. 

Gevoeliger voor insuline

De insulinegevoeligheid neemt toe bij inspanning, wat wil zeggen dat de spieren makkelijker glucose kunnen opnemen. Daar heeft een cel aan de buitenkant een eiwit genaamd GLUT voor. GLUT is de deur die opengaat als de sleutel, insuline, in het slot zit. Tijdens inspanning krijg je meer GLUT aan de buitenkant van cellen, ontdekten Engelse onderzoekers. Dan neem je meer glucose op uit je bloed.   

Hypo’s

Bij mensen zonder diabetes reageert de alvleesklier meteen als je begint met sporten. De afgifte van insuline neemt af. Bij diabetes werkt dit niet goed. Insuline die nog onder huid zit van de laatste keer spuiten, komt vanzelf in het bloed. Sterker nog, door de extra doorbloeding bij inspanning neemt de afgifte zelfs toe. Alle glucose in je bloed wordt veel te snel opgenomen. Het gevolg is een hypo.

Maatregelen helpen niet altijd

Amerikaanse wetenschappers onderzochten bij 502 volwassenen met diabetes type 1 hoe vaak zij een hypo hebben door te sporten en welke maatregelen zij nemen. De deelnemers doen bijna allemaal wel iets om hypo’s te voorkomen. Sommige mensen blijken meerdere maatregelen te nemen. Zo neemt 79% extra koolhydraten voor de inspanning en 66% doet dit achteraf. Veel sporters nemen voor (53%) en/of na (46%) de inspanning een kleinere bolus. Een deel van de mensen past ook zijn basale insuline aan. Dit gebeurt het meest (55%) bij mensen met een pomp en continue glucosemeter. Ondanks alle maatregelen heeft 70% na het sporten toch regelmatig een lage bloedsuiker. 

Continue meters

Continue glucosemeters helpen om de bloedsuikers beter onder controle te houden, blijkt uit veel onderzoeken. Maar meten ze ook bij het sporten al net zo goed als in rust? Die vraag probeerden Canadese onderzoekers te beantwoorden. Zij vergeleken twee systemen, de Dexcom G4 Platinum en de Medtronic Paradigm Veo Enlite System. Beide systemen bleken even goed tijdens rust en tijdens het sporten. Maar tijdens het sporten deden ze het allebei nog iets minder goed dan in rust. Dat kan dus nog beter.

Kunstalvleesklier

Ontwikkelaars van de kunstalvleesklier proberen deze geschikt te maken om mee te sporten. Dan moet zowel de sensor als de pomp goed reageren bij inspanning. Overal ter wereld zijn kunstalvleesklieren in ontwikkeling en die worden ook getest tijdens het sporten. Amerikaanse onderzoekers vergeleken afgelopen jaar een kunstalvleesklier met een pomp bij 21 mensen. De ene kunstalvleesklier was aangepast  aan inspanning en een andere versie niet. 

De aangepaste kunstalvleesklier boekte ongeveer even goede resultaten als de pomp. De deelnemers hadden ongeveer een half procent van de tijd een hypo. Bij de niet-aangepaste kunstalvleesklier  was dit drie procent van de tijd. Aanpassen aan inspanning heeft dus zeker zin. De onderzoekers denken dat een zelflerend computertje in de kunstalvleesklier zichzelf steeds beter kan aanpassen tijdens het sporten. 

Onverwachte test

Onlangs deden Sloveense onderzoekers een test met kinderen en jongeren en de kunstalvleesklier. Ze zetten hen onvoorbereid flink aan het bewegen, zodat het zoveel mogelijk leek op situaties in hun normale leven. Met de kunstalvleesklier bleven hun waarden 84 procent van de tijd binnen normale waarden. Met de gewone insulinepomp lukte dat maar voor 68 procent van de tijd. 

Het is geen harde wetenschap hoe je hypo’s voorkomt tijdens het sporten. Onderzoek naar ervaringen bij het sporten kan zorgverleners wel helpen om goede adviezen te geven voor sporten op een veilige manier. Daar heb je wat aan als sporten voor jou ook een uitdaging is. Bovendien worden innovaties steeds beter en die zullen ook helpen om sporten voor mensen met diabetes makkelijker te maken.

Vragen over dit onderwerp?

Maak eenvoudig in 1 minuut een account aan en stel je vraag over dit artikel!

 

Gesprekken over dit artikel