Hoe je in elkaar zit, bepaalt mee hoe je omgaat met je diabetes. Dat komt uit Belgisch onderzoek bij kinderen en jongvolwassenen met diabetes type 1.
Tieners en jongvolwassenen met diabetes type 1 zijn voortdurend bezig met het zoeken van evenwicht tussen het managen van hun diabetes en het leiden van een zo normaal mogelijk leven.
Hoe jonge mensen met hun diabetes omgaan, verschilt van persoon tot persoon. Daarbij speelt je persoonlijkheid ook een rol. Jessica Rassart van de KU Leuven heeft dat onderzocht in verschillende deelstudies, waarop zij 23 mei promoveert. Daarvoor verzamelden zij en haar collega’s gegevens bij onder meer jonge mensen met diabetes type 1.
Kenmerken van persoonlijkheid
Je persoonlijkheid en hoe je over jezelf denkt, heeft mogelijk een invloed op je diabetes en hoe je ermee leeft. Hoe kom je aan een persoonlijkheid? Deels is die erfelijk, maar in je late tienerjaren en vroege volwassenheid ontwikkelt je persoonlijkheid zich verder. Daarbij heb je meer of minder van deze trekken in je:
- extraversie (de mate waarin je positieve gevoelens ervaart, energiek bent en je dominant opstelt in de omgang met anderen);
- vriendelijkheid (de mate waarin je behulpzaam, aardig en empathisch bent);
- zorgvuldigheid (met daarin bijvoorbeeld zelfdiscipline, nauwgezetheid en verantwoordelijkheid);
- neuroticisme (de mate waarin je angstig bent, negatieve gevoelens ervaart, onzeker en snel gefrustreerd bent);
- openheid (met bijvoorbeeld nieuwsgierigheid, flexibiliteit en creativiteit).
Wat doet diabetes met je?
In haar onderzoek vond Jessica Rassart dat jongvolwassenen met diabetes type 1 gemiddeld minder extravert zijn dan hun leeftijdsgenoten zonder diabetes. Dat hangt misschien samen met het lagere energieniveau van mensen met een chronische ziekte, aangezien energieniveau een belangrijk onderdeel van extraversie is.
Ook kwam uit het onderzoek dat jongvolwassenen met diabetes type 1 hoger scoren op neuroticisme. Zij hadden gemiddeld vaker negatieve gevoelens en ze waren onzekerder en pessimistischer. Dat sluit aan op resultaten van eerder onderzoek, dat mensen met diabetes type 1 meer risico lopen op een depressie dan leeftijdsgenoten zonder diabetes.
Hoe pas je diabetes in je leven in?
Bij het aanpassen aan diabetes type 1, het een plek geven in je leven, spelen verschillende factoren mee. Zoals je leeftijd, geslacht, hoe lang je al diabetes hebt en hoe soepel alles gaat rond je diabetes. Maar met bepaalde persoonlijkheidstrekken heb je eerder moeite om je diabetes te accepteren. En ook omgekeerd, problemen met je diabetes drukken soms ook weer een stempel op je persoonlijkheid.
Je persoonlijkheid − zoals hoe neurotisch je bent − bepaalt mee of je te maken krijgt met depressieve gevoelens of eenzaamheid. Hoe het gaat met je kwaliteit van leven, gezondheid en hoe goed je je houdt aan de behandeling. Maar als je je depressief voelt, heb je ook eerder moeite om je netjes aan je behandeling te houden. Zo beland je al gauw in een cirkel.
Meer of minder last van diabetes
Je persoonlijkheid hangt samen met hoe je omgaat met diabetes-stress. Dat wil zeggen hoeveel zorgen je hebt over je diabetes of complicaties, of het gevoel dat je er alleen voor staat. Hoe hoger je scoort op vriendelijkheid of hoe lager op neuroticisme, hoe minder ‘last’ je ervaart van je diabetes. Je accepteert diabetes beter, waardoor je minder diabetes-stress ervaart of daar in ieder geval beter mee omgaat, op een minder vermijdende manier.
Rassart: ‘Het is voor mensen belangrijk om te beseffen dat wie ze zijn als persoon, hoe ze over hun diabetes denken en hoe ze met hun diabetes omgaan, ook deels meebepaalt hoe gemakkelijk ze diabetes een plaatsje geven in hun leven.’
‘Mensen die minder controle ervaren over hun ziekte, zoeken mogelijk eerder hun toevlucht tot vermijdend en passief gedrag als het gaat om hun diabetes. Dat kan dan weer leiden tot slechtere bloedsuikers. Als je je dat realiseert, krijg je misschien meer inzicht in je eigen gevoel en de dingen die je doet.’
Zorgverleners: kijk naar de persoon
Het is belangrijk dat zorgverleners een goed beeld hebben van de persoon die voor hen zit, zegt Rassart. Wie is die persoon, wat vindt hij of zij belangrijk in het leven, wat heeft die persoon nodig, en wat zijn iemands sterke kanten? Wat voor gedachten heeft deze persoon over diabetes? Daarnaast helpt het zorgverleners ook om een goede aanpak te vinden die het best aansluit bij de persoon. Verder is het belangrijk om het zelfbeeld van jongeren met diabetes type 1 te versterken met therapie als dat nodig is.
Ouders van een kind met diabetes
Wat kun je doen als ouder van een kind met diabetes? Rassart: ‘Als ouders gedrag van hun kind proberen te begrijpen of veranderen, is het belangrijk dat ze rekening houden met de persoonlijkheid van de jongere, met zijn sterktes en zwaktes. Stel dat een jongere zijn diabetes verwaarloost. Is dat dan vooral omdat hij of zij chaotisch, nonchalant en ongeorganiseerd is (dus laag scoort op zorgvuldigheid)? Of omdat het kind zich erg angstig en somber voelt als het over zijn diabetes gaat (dus eerder hoog scoort op neuroticisme) en hier liefst niet mee geconfronteerd wordt? In deze twee gevallen betekent hetzelfde gedrag iets helemaal anders en vereist het ook een andere aanpak.’
‘Je persoonlijkheid blijft zich jarenlang ontwikkelen en kan ook nog veranderen onder invloed van wat je meemaakt, je hele leven lang eigenlijk. Ouders kunnen hun kind daarbij voor een deel helpen door positief te reageren op gedrag van hun kind, bijvoorbeeld als het gaat om vriendelijkheid (behulpzaamheid, empathie) of zorgvuldigheid (verantwoordelijkheid, doelgerichtheid).’
Dit onderzoek laat weer eens zien dat het belangrijk is om verder te kijken dan alleen medische uitkomsten in het lab. Je persoonlijkheid, wie je bent, bepaalt ook mee hoe het met je diabetes gaat.
Bron: proefschrift van Jessica Rassart en haar blog over de resultaten.
Vragen over dit onderzoek?
Maak eenvoudig in 1 minuut een account aan en stel je vraag onder dit artikel!