Stel dat je als ouders zeker weet dat je kind een verhoogd risico heeft op diabetes type 1. Wat doet dat met je? Dat is bekeken tijdens onderzoek.
Er gebeurt veel onderzoek om te kijken of diabetes type 1 te voorkomen is bij kinderen met een verhoogd risico erop. Deze kinderen hebben vaak een broer, zus of ouder met diabetes type 1. Ze hebben ook bepaalde 'antistoffen' in hun bloed; dat betekent een hogere kans op diabetes type 1. Het TEDDY-onderzoek (The Environmental Determinants of Diabetes in the Young) is zo’n onderzoek.
Risico precies bekend
Het TEDDY-onderzoek gaat dus over kinderen, maar de onderzoekers wilden ook weten hoe het gaat met de ouders van de bijna 7.000 kinderen in het onderzoek. Die ouders wisten, vanwege het onderzoek, hoeveel risico hun kind liep op diabetes. Want bij de deelnemende kinderen werd gemeten hoeveel antistoffen ze in het bloed hadden.
Angst bij ouders
Hoe hoger het risico op diabetes bij een kind, hoe angstiger de ouders waren. Logisch, natuurlijk. Maar ook bleek dat moeders er banger voor waren dan vaders. Het maakte ook uit of ouders zelf familieleden hadden met diabetes type 1. Wellicht doordat zij al wisten hoe het is om te leven met diabetes. Dat maakte dat zij angstiger waren dat hun eigen kind het zou krijgen.
Wel of niet weten?
Dit onderzoek bevestigt weer: diabetes type 1 leidt tot heftige emoties in een gezin. Het is wel belangrijk dat de angst bij ouders in kaart is gebracht. Het kan bijvoorbeeld meespelen bij de vraag of het zinvol is om bij kinderen het risico op diabetes type 1 te bepalen, zolang het nog niet te voorkomen is. Is het de extra angst en stress bij ouders waard?
Op de hoogte blijven?
Ontvang elke 2 weken nieuws over diabetes type 1 per e-mail, met alleen artikelen die voor jou interessant zijn. Maak eenvoudig in 1 minuut een account aan en geef je interesses aan!