Mijn vader zei ooit: jij hebt van je grote zwakte je grote kracht weten te maken. Dat had hij goed gezien. Ik was 28 toen ik diabetes type 1 kreeg. En hoe rottig die ziekte ook is, het heeft mij enorm geholpen om succesvol te zijn.
Toen ik de diagnose kreeg werkte ik als verpleegkundige op de intensive care en was ik bezig met de opleiding voor traumazorg. Een zware baan met onregelmatige uren – niet ideaal als je diabetes hebt. Ik moest dus een carrièreswitch maken en kwam zo in de farmaceutische industrie terecht. Toen er een managementfunctie vrijkwam bij insulineproducent Novo Nordisk wist ik direct: dit is de baan voor mij. Tijdens het sollicitatiegesprek werd me gevraagd: wat heb je met ons bedrijf? En ik antwoordde: het zit letterlijk in mijn bloed! Inmiddels ben ik directeur van het bedrijf dat het medicijn maakt dat me al bijna 20 jaar in leven houdt.
Mensen vragen me vaak: vind je het niet moeilijk om de hele dag met je ziekte geconfronteerd te worden? Dan moet ik lachen, want als je diabetes hebt is dat sowieso al het geval. Ik vind het juist heel prettig om hier te werken, in een bedrijf met uitsluitend specialisten in dit vakgebied die allemaal precies snappen wat ik heb.
Toch heeft het wel een aantal jaren geduurd voordat ik openlijk voor mijn ziekte uit durfde te komen. Je wilt niet gezien worden als beschadigd, bent bang dat mensen misschien anders op je reageren. Ik spoot mijn insuline altijd op het toilet en een vingerprik in een vergadering, daar begon ik niet aan. Totdat mijn vader op een gegeven moment tegen me zei: je zit zo vaak met klanten te eten, waarop spuit je niet gewoon aan tafel?
Toen pas besefte ik wat die ziekte emotioneel met me gedaan had. Dat was mijn valkuil: ik wist precies hoe het werkte in mijn lichaam en snapte het mechanisme heel goed. Maar ik hield het voor mezelf, ik deelde het niet. Het heeft me best wat gekost om die weerstand te overwinnen, maar toen ik het eenmaal deed hielp me dat enorm. Opeens kon ik erover praten. En wat bleek? Mensen reageerden helemaal niet geschrokken maar spraken juist hun waardering uit. Het heeft me geholpen de diabetes een plek te geven in mijn leven.
In feite heb ik van mijn ‘hobby’ mijn werk gemaakt. Ik zit elke dag met mijn neus bovenop de nieuwste ontwikkelingen. En de laatste jaren gaat het hard! De technologie neemt een enorme vlucht en dat gaat helpen om diabetes beter in te passen in je leven. Zelf heb ik bijvoorbeeld een sensor die in contact staat met een smartwatch. Ik kan gewoon op mijn horloge kijken en zien of mijn bloedsuiker omhoog of omlaaggaat. Die nieuwe technologie helpt om me rustig te voelen zodat ik met minder onzekerheid mijn leven kan leiden.
Het is natuurlijk prachtig dat al die middelen er komen, maar ze moeten wel beschikbaar en toegankelijk zijn voor iedereen. Dat dat op dit moment nog niet zo is, vind ik een ernstige zaak. Diabetes wordt vaak enorm gebagatelliseerd terwijl het een sluier over je hele leven kan leggen. Daar zet ik me vanuit mijn functie graag voor in: zorgen dat innovaties niet onnodig duur zijn én in de media flaggen dat Nederland het te makkelijk neemt met de diabeteszorg. We moeten veel meer investeren in de type 1 hoek, want als maatschappij krijgen we er enorm veel voor terug. Je kan heel goed, productief en gelukkig leven met diabetes als je de middelen hebt die bij jou passen. Dat ik zelf patiënt ben helpt enorm om op inhoud gezonde discussie te kunnen voeren. We staan aan de vooravond van een revolutie, daarvan ben ik overtuigd. En dat vind ik heel hoopvol!
Ik heb geleerd om met een zekere lichtheid met diabetes te leven. Accepteren heeft me daarbij het meeste geholpen. Ik streef er altijd naar mijn waardes goed te hebben maar als dat een keer niet zo is, veroordeel ik mezelf niet. Dat hoort nou eenmaal bij de ziekte. Je gaat naar bed met 6 en je wordt wakker met 15: hoe kan dat nou? Ik ben gestopt het te bevechten. Ik doe mijn best en als het niet lukt, dan is dat zo.
Ik vraag me al vijftien jaar niet meer af hoe mijn leven eruit had gezien als ik geen diabetes zou hebben. Daar word ik niet gelukkig van. Dat ik niet kan diepzeeduiken of parachutespringen is jammer, maar verder kan ik alles. Daar focus ik op. Dingen waar je geen invloed op hebt, moet je accepteren. Als je die balans voor jezelf vindt, kun je er gelukkig mee leven.
Foto: Ronald Hoogendoorn