Zonder zorgen je tiener met diabetes op wintersport laten gaan? Of ga je zelf binnenkort naar de sneeuw? Rick Groenhard begeleidde het wintersportkamp van de Bas van de Goor Foundation. Zijn ervaringen en tips.
Rick is 25, werkt bij de Bas van de Goor Foundation (BvdGF) en heeft zelf ook diabetes type 1. Samen met 9 anderen begeleidde hij eind januari een groep van 40 tieners met diabetes type 1 op het jaarlijkse wintersportkamp, dit keer in het Oostenrijkste Obertauern. In het team zaten ook verpleegkundigen die dag en nacht een oogje in het zeil hielden.
Grootste aandachtspunt: hypo’s
‘Skiën met diabetes gaat prima’, zegt Rick. ‘Op zo’n kamp zie je wel veel (lichte) hypo’s omdat het een intensieve week is met spannende momenten en ook later naar bed gaan, wat de bloedsuiker kan ontregelen. En doordat je veel sport wordt je insulinegevoeligheid groter, dus heb je meer kans op lager uitkomen. Dat betekent de nodige aanpassingen aan de insulinedoseringen. Bij het ontbijt bijvoorbeeld minder spuiten en meer eten.’
Prikken op de piste
Hoe houd je rond het skiën je bloedsuiker in de gaten? Rick: ‘Prikken voordat je de piste op gaat en tegen de tijd dat je boven bent liefst nog extra prikken voor het skiën zelf. Dat kon nu met onze groep gewoon buiten omdat het niet te koud was. Als het nodig was, aten we ter plekke nog iets. Op een echt koude dag zijn je handen of glucosemeter buiten soms te koud, en dan stop je bij een restaurantje langs de piste.’
Koude meter minder betrouwbaar
Stephanie Pol (14) ging al voor de tweede keer mee: ‘Ik vind het fijn om met anderen die ook diabetes hebben op reis te gaan. Het is ook handig om hun meningen te horen over bijvoorbeeld pompen en sensoren. En natuurlijk is het hele kamp superleuk en gezellig. Ik had wel een keer bij het meten op de piste opeens een hele lage waarde (1,5 mmol/l) maar dat kan ook door een koude meter zijn geweest. We moesten extra opletten met onze diabetesspullen, en zeker met insuline, dat die niet te koud werden.’

Voor ouders is uitzwaaien lastig
Voor ouders is het vaak even slikken om hun kind uit te zwaaien, zegt Rick. De diabeteszorg aan anderen overlaten valt niet mee, zeker bij wat jongere kinderen. ‘Dit keer gingen er kinderen van 12 jaar voor het eerst mee. Dan sturen ouders af en toe een appje naar ons, met extra dingen om op te letten bij hun kind. Dat is logisch, ik weet zelf ook nog goed dat ik voor het eerst met diabetes op kamp ging: m’n moeder stond toen te huilen.’ De intensieve begeleiding en zorg op het BvdGF-kamp maakt het voor ouders wel makkelijker.
Rick kijkt terug op een geslaagde week. ‘Ik vond het mooi om te zien dat er heel veel begrip is voor elkaar. Op elkaar wachten voor het meten, spuiten of even iets eten is geen punt. Dus er ontstaan geen irritaties zoals ik dat zelf wel heb meegemaakt bij het skiën met vrienden zonder diabetes.’
Ricks tips voor wintersport met diabetes type 1
- Ga goed voorbereid op reis met voldoende diabetesspullen, en doe die altijd in de handbagage. Ook bij een busreis, omdat het in het bagageruim kan vriezen.
- Neem extra materialen mee, een batterij bijvoorbeeld kan snel leeg raken door de kou.
- Zorg ervoor dat je van alles een exemplaar extra in je hotel hebt liggen.
- Denk aan je diabetesverklaring voor als je de grens overgaat.
- Het is echt heel belangrijk dat je je insulinepomp én het slangetje tegen het lichaam onder je kleding doet, zodat de insuline niet kouder wordt dan 2 graden Celsius. Dat geldt ook voor pennen en meters.
- Breng degenen met wie je skiet op de hoogte van wat ze kunnen doen als er iets met je gebeurt.
- Neem genoeg hypomateriaal mee, zoals Dextro’s en AA sportdrank, daar kun je in het buitenland vaak moeilijker aan komen.
- In hogere skigebieden boven de ca. 3.500 meter kan hoogte een rol gaan spelen waardoor je onvoorspelbaarder reageert op insuline. Dat is voor iedereen anders. Ga je de hoogte opzoeken? Vraag van tevoren advies aan je arts of verpleegkundige.
De Bas van de Goor Foundation organiseert jaarlijks diverse sportkampen voor kinderen en jongeren met diabetes.